Betrouwbaar | Delen van kennis

De ervaringen in een nulenergiewoning

January 2016 - De Aannemer

Een jaar na dato.

Een nulenergiewoning in een dorp nabij Keulen is gebouwd volgens het passiefhuisprincipe en conform de passiefstandaard. De familie Frese – twee volwassenen met een zesjarig kind – woont nu een jaar in de woning, die is berekend met de PHPP-methode op basis van vier bewoners. Tijd om de balans op te maken.

De betreffende nulenergiewoning is gebouwd volgens de ecologische bouwmethode. Dit houdt in dat de wanden, verdiepingsvloer en het dak zijn gemaakt van hout, houtwol en cellulose. De beganegrondvloer is van beton. Het huis staat met de voorgevel in zuidoostrichting, dus met een afwijking van 45° op het zuiden. Het geheel is thermografisch op koudebruggen onderzocht, waarbij er geen afwijkingen zijn geconstateerd (zie afbeeldingen 08 en 09).

De opbouw van de woning is als volgt (zie figuur 02).
Ventilatie: met Brink Renovent-sky 300 met een rendement van 84%, ingesteld op een continuvolume van 165 m3/h.
Verwarming: een combinatie van minimaal verwarmen van de ventilatielucht tot 20 °C en in elke ruimte een infrarood verwarmingspaneel van 600 watt (zie afbeelding 03).
Warm water: via een elektronisch doorstroomtoestel merk Stiebel-Eltron (zie afbeelding 04).
Stroom: met 38 PV-panelen à 250 Wpiek met een azimut van 135° (windrichting uitgedrukt in graden) en een hellingshoek van 10°.

Luchtdichtheid
We hebben gerekend met een N50-waarde van 0,6 1/h. De gemeten luchtdichtheid is 0,35 l/h. Alle dampremmende folies zijn afgeplakt. Wanden en dak zijn voorzien van een installatiegebied. En in de laatste plaats hebben de zeer goed sluitende kozijnen (VADB) bijgedragen aan de zeer goede luchtdichtheid (zie afbeelding 05).

Bewonerservaringen
Het huis wordt door de bewoners als zeer comfortabel ervaren. Ook de eerste verdieping waar zich de slaapkamers bevinden, is comfortabel met circa 20 °C. De slaapkamers worden niet te warm. Elke ruimte kan onafhankelijk extra worden verwarmd door middel van een infraroodpaneel van 600 watt. Dit wordt in de stookperiode dagelijks gedaan in de badkamer, het kantoor en de woonkamer. De woning is in de zomer circa acht dagen als te warm ervaren. De ruimtetemperatuur werd op die momenten circa 28 °C. Gezien het geringe aantal dagen ervaren de bewoners dit als acceptabel. Deze oververhitting ontstaat doordat er nog geen buitenzonwering is aangebracht. Dit is in de PHPP-berekening wel meegenomen, maar de bewoners willen de buitenzonwering nog niet aanbrengen vanwege de geringe overlast. Het ventilatievolume wordt tijdens het douchen of koken niet verhoogd. Een en ander wordt dus uitsluitend met behulp van zuurstoftoevoer en CO2-afvoer geventileerd. Toch is het huis nooit te vochtig.

Energieverbruik
Als we het berekende energieverbruik afzetten tegen het werkelijke verbruik zien we de volgende getallen (zie figuur 06).
Het verschil tussen de berekende hoeveelheid van 5143 kWh/a bij drie personen en het werkelijke verbruik van 4855 kWh/a is 288 kWh/a. Dit is te verklaren doordat het kind nog klein is en minder energie verbruikt dan een volwassene. De afwijking bedraagt 5,6%.

Energieopbrengst
Bij de vergelijking van de berekende energieopbrengst met de werkelijke opbrengst zien we de volgende waarden (zie figuur 07).

De PV-panelen zijn nieuw. Het eerste jaar produceren de panelen meer stroom dan in de documentatie wordt aangegeven. Dit wordt gedaan omdat de panelen gedurende het eerste jaar relatief veel in productiecapaciteit afnemen, daarna stabiliseren en nog maar gering verouderen. De bewoners hebben samenvattend in 2014 meer stroom opgewekt dan verbruikt. Het overschot bedraagt (10. 064 – 4855 =) 5209 kWh stroom. Bij gezinsuitbreiding naar vier personen en stabilisatie van de PV-panelen zullen het verbruik en de opwekking nagenoeg gelijk zijn. Wij hebben gerekend met een reserve van 7292 (berekende eigen energieproductie) – 7060 (totaal berekend energieverbruik bij vier personen) = 232 kWh/a = 3,1%.

Conclusie
De PHPP-berekeningsmethode staat bekend om haar nauwkeurigheid. De algemeen aangenomen afwijking bedraagt 3%. Bovenstaande bewijst eens te meer dat de PHPP een realiteitsgetrouwe methode is die we in Nederland zo snel mogelijk gelijkwaardig moeten verklaren aan de EPC.

Ing. G. H. (Henk) Wegkamp

figuur 01 figuur 01  figuur 02 figuur 02  figuur 03 figuur 03  figuur 04 figuur 04  figuur 05 figuur 05  figuur 06 figuur 06  figuur 07 figuur 07  figuur 08 figuur 08  figuur 09 figuur 09