Betrouwbaar | Delen van kennis

Grip op luchtdichtheid

June 2014 - De Aannemer

Vooraf berekenen gunstig voor kostenplaatje.

Lucht is dun en driedimensionaal. De enige manier om daar grip op te krijgen, is door te rekenen. Hoewel geen eenvoudige klus, draagt het vooraf berekenen van de luchtdichtheid sterk bij aan het terugdringen van onnodige kosten.

De luchtdichtheid van gebouwen wordt uitgedrukt in een qv;10-waarde. Dit staat voor quantum volume bij 10 Pa. In gewoon Nederlands is dit de hoeveelheid lucht bij een drukverschil van 1 kg/m2, ofwel hoeveel een gebouw tocht bij een winddruk van 1 kg/m2. De hoeveelheid wordt aangegeven in dm3/s tocht per vierkante meter gebruiksoppervlak.

Relatief getal
Stel, we bouwen een woning met een gebruiksoppervlak van 100 m2. De qv;10-waarde moet volgens de EPC minder dan 1 dm3/s. m2 zijn. Deze waarde staat in de EPC-berekening onder het hoofdstuk ‘infiltratie’. We doen een luchtdichtheidstest en meten een luchtvolumestroom van 100 dm3/s.  De qv;10-waarde is nu 100 dm3/s/100 m2 = 1 dm3/s. m2. Conclusie: de woning voldoet aan de EPC-eis.  De bewoner besluit het trapgat te vergroten in verband met een ruimere beleving van de hal. Het oppervlak van het trapgat was 2,5 m2 en wordt nu 5 m2. Het gebruiksoppervlak van de woning komt dan uit op 100 m2 - 5 m2 = 95 m2.  Een behoorlijk verschil, dat ontstaat omdat vides of trapgaten kleiner dan 4 m2 niet gereduceerd hoeven te worden op het gebruiksoppervlak. Bij kleinere trapgaten doen we dus net of ze niet bestaan.  Het rekensommetje wordt vervolgens: qv;10-waarde is 100 dm3/s/ 95 m2 = 1,05 dm3/s. m2. De woning voldoet nu niet, terwijl het gebouw nog net zoveel tocht als in de eerdere situatie. De qv;10-waarde is dus een relatief getal. Het zegt niet zoveel over de hoeveelheid tocht.

Vooraf berekenen
We gaan alle voorkomende aansluitingen waarbij luchtdichtheid een rol speelt in kaart brengen. Van alle verschillende typen aansluitingen bepalen we de voorkomende lengte. Ook maken we alle puntlekkages –  denk aan dakdoorvoeren – inzichtelijk. Het resultaat kan een overzicht zijn, zoals te zien in de tabel op figuur 01.  Ter verduidelijking: de blauwe kolom geeft de strekkende meter-aansluitingen of aantallen doorvoeren weer. In de linker oranje kolom staat de te verwachten luchtlekkage per m¹ bij de uitvoeringskwaliteit volgens klasse 1. Dit is de laagste klasse. We gebruiken hier eenvoudige of geen materialen om aansluitingen luchtdicht te maken. De linker rode kolom meldt de te maken kosten per m¹ aansluiting.  Helemaal onderaan zien we de totale kosten voor het luchtdicht maken bij klasse 1: € 150. In de gele vakjes staat de te verwachten qv;10-waarde. Hier 4,45 dm3/s. m2.  Een veel te slechte waarde.

Toename
Als we de stap maken naar luchtdichtheidsklasse 2 stijgen de kosten naar € 559,30 en neemt tevens de luchtdichtheid fors toe. De te verwachten qv;10-waarde is dan 1,32 dm3/s. m2. De lekkage per m1 is minder, de aansluitingen worden luchtdichter, maar de kosten van het totaalplaatje worden dus ook hoger.  Een logische vervolgstap is die naar luchtdichtheidsklasse 3.  De te verwachten qv;10-waarde is dan 0,24 dm3/s. m2. Hoewel een veel luchtdichter resultaat, staat daar wel een prijskaartje tegenover. De kosten zijn gestegen tot € 988, zoals is te lezen in de tabel op figuur 01.

Ervaring
De op alle tabellen af te lezen c-waarden, zijn zogeheten ervaringswaarden. Die waarden bereiken, lukt alleen bij een zorgvuldige uitvoering. Controle tijdens de uitvoering blijft daarom noodzakelijk. Op deze manier is vooraf te berekenen welke materialen moeten worden gebruikt om de gewenste luchtdichtheid te bereiken. Onnodige kosten en verrassingen kunnen daarmee worden voorkomen.

Ing. G. H. (Henk) Wegkamp

figuur 01 figuur 01  figuur 02 figuur 02