Aannemer moet NEN 6050 voorschrijven.
Gebruik van open vuur voor de verwerking van bitumen dakbedekking is niet overal meer toegestaan. Toch kunnen veel dakdekkers maar met moeite afstand doen van hun geliefde brander. Reden voor aannemers om de norm NEN 6050 voor te schrijven en te controleren of de regels worden nageleefd.
Van oudsher wordt bitumen dakbedekking met open vuur aangebracht. Veel dakdekkers zijn dan ook gewend geraakt aan het gebruik van de dakbrander. Ze kunnen er maar moeilijk afstand van doen. Ook als dat echt moet, zoals rondom dakdoorbrekingen, dakranden en aansluitingen van een plat dak met een opgaande gevel.
Voorschriften
Sinds 1 juli 2009 is NEN 6050 van kracht: nieuwe voorschriften over hoe om te gaan met open vuur voor de verwerking van bitumen dakbedekking. Open vuur op een dak – het verwerken van dakbedekking met een brander – is in de volgende situaties niet meer toegestaan:
- Drogen van de ondergrond mag niet meer met open vuur;
- Aansluitingen van dakranden moeten minimaal 100 mm duurzaam worden afgeschermd door de kim op het dakvlak zonder gebruik te maken van open vuur, voordat het complete dakbedekkingsysteem wordt aangebracht. Dit mag dus niet meer zoals op afbeelding 11, maar moet worden geplakt zoals op afbeelding 12;
- Rond opgaand werk met plaat- of schubvormige afwerking mag in een zone van minimaal 750 mm geen open vuur worden gebruikt. Schades als op de afbeeldingen 1, 2, 3 en 7 mogen dan niet meer voorkomen;
- Rondom aansluitingen aan hellende daken die niet zijn afgewerkt met bitumineuze of kunststof dakbedekkingen, zoals dakpannen, mag in een zone van minimaal 750 mm geen open vuur worden gebruikt. De schades die de afbeeldingen 4, 5, 6 en 8 laten zien, mogen dan ook niet meer voorkomen;
- Bij kiergevoelige onderconstructies moet de dampremmende laag of de eerste laag van het dakbedekkingsysteem zonder open vuur worden aangebracht. Een damprem opbranden als op afbeelding 13 en 14 is sinds 1 juli 2009 niet meer toegestaan;
- Bij dakdoorbrekingen, waarbij de dakbedekking wordt aangesloten op een plakplaat en niet wordt opgezet, moet rondom de doorbreking over een breedte van 400 mm isolatiemateriaal worden aangebracht dat voldoet aan klasse A2 volgens NEN-EN 13501-1;
- Bij overkragende bouwdelen die verticaal minder dan 2 m boven de bovenzijde van het dak liggen, mag over een zone van minimaal 750 mm – buiten de verticale lijn met de overkraging – geen open vuur worden gebruikt.
Schade
Deze NEN-norm wordt niet actief vanuit het Bouwbesluit aangestuurd. Aannemers moeten er dus uitdrukkelijk naar verwijzen. Dat dit raadzaam is, tonen de afbeeldingen 1 t/m 5. Hier wordt met een brander gewerkt, terwijl EPS dakisolatie wordt toegepast. EPS smelt direct bij contact met hitte en kan onder de dakbedekking lang doorsmeulen. Komt er zuurstof bij, dan is de brand compleet. Op de afbeeldingen 5, 6 en 7 is de schade door gebruik van een dakbrander duidelijk te zien. Op afbeelding 5 en 6 is de lak verbrand. Op afbeelding 7 is een deel van de loden waterkering weggesmolten. Dat controle op de inzet van de dakbrander zeer gewenst is, tonen de afbeeldingen 8 t/m 13. Op veel plaatsen is de dakbedekking niet voldoende verkleefd, omdat de dakbanen niet heet genoeg zijn gemaakt. Water verzamelt zich tussen de niet volledig gesloten naden, zet uit bij vorst en drukt de naad steeds verder open. Met directe lekkage of lekkage na één of meerdere vorstperiodes tot gevolg. Ook kleine naden, zoals op afbeelding 14 en 15, zijn daarom niet acceptabel.
Advies aan aannemers: neem het heft in eigen handen. Enerzijds door de NEN 6050 voor te schrijven, anderzijds door goede controle tijdens het werk.
Ing. G. H. (Henk) Wegkamp