De risico’s van wateroverlast belicht.
Lekkages komen vaak en in vele varianten voor. De oorzaak is soms eenvoudig te achterhalen, soms wat moeilijker. Achteraf is het bijna altijd logisch. De risico’s van wateroverlast bij dakdoorbrekingen en de oplossingen belicht.
Dakdoorbrekingen zijn er in vele vormen en komen praktisch op elk gebouw voor. Denk aan prefab schoorstenen, zoals op afbeelding 1, of een esthetische dakopbouw zoals de afbeeldingen 2 en 3 laten zien. Voor pannendaken worden bij verschillende doorvoeren passende panvormen geleverd, die probleemloos in het pannenbed passen. Zijn deze niet voorhanden, dan kan een goede waterdichte aansluiting worden gemaakt door een stuk lood aan de doorvoer in de panvorm te drijven (zie afbeelding 4).
Lekkagerisico
Bij vlakke daken afgewerkt met bitumen of een kunststof dakbedekking is dit niet mogelijk. Hier moet de dakbedekking over een minimale hoogte tegen de dakdoorvoer worden opgezet. Bedenk daarbij dat een te hoge opstand geen problemen oplevert, maar te lage opstanden (afbeelding 1) bij storm lekkage kunnen veroorzaken. Ook een dakafschot kan het risico op lekkage vergroten. Op afbeelding 3 is de dakhelling duidelijk zichtbaar. Op afbeelding 5 zien we wat de consequenties hiervan kunnen zijn. De steunpunten op het laagste niveau hebben een geringe hoogte. Hier loopt al het regenwater naartoe en bij stortbuien kan een te hoge waterstand optreden, waardoor behoorlijke lekkage kan ontstaan.
Verzinkgaten
Een andere, meer verraderlijke oorzaak van lekkage zijn de voor het verzinken noodzakelijke ontspanningsgaten in de stalen draagvoeten (zie afbeelding 6). Afbeelding 7 toont dat deze gaten door en door gaan. Water dat in de draagvoeten komt, loopt er aan de onderkant (zie afbeelding 8) onder de dakbedekking weer uit. Waarmee de lekkage compleet is.
Oplossingen
- Ontwerp
Allereerst is het belangrijk dat het ontwerp goed is en wordt gecontroleerd. Zo moet de opstand voldoende hoogte hebben, minimaal 20 cm en niet circa 8 cm zoals afbeelding 1 laat zien. Hoe hoger het gebouw, hoe meer winddruk is te verwachten en hoe hoger de opstand moet zijn. De steunvoet op afbeelding 5, die op circa 95 m hoogte op het laagste punt van het dak ligt, moet een hoogte van minimaal 30 cm hebben. Opvallend aan dit gebouw is dat de steunvoeten op het hoger gelegen dakvlak een hogere opstand hebben (afbeelding 3). Juist daar waar met de geringste waterhoogte is te rekenen, zijn de steunvoeten het hoogst en waar het lekkagerisico het grootst is, zijn deze het laagst. Hier zijn duidelijk ontwerpfouten gemaakt en er heeft vooraf geen controle plaatsgevonden. - Inplakken
Zorg ervoor dat de dakbedekking voldoende hoog waterdicht is ingeplakt. Klinkt logisch, toch is op afbeelding 9 te zien dat de dakbedekking niet volledig gesloten tegen de steunvoet is vastgeplakt. Ook bij bitumen daken komt dit probleem veelvuldig voor, zie de afbeeldingen 10 en 11. De problemen worden veroorzaakt doordat de dakdekker hier moeilijk zicht op heeft en er niet voldoende aandacht aan besteedt. - Afdichten
Verzinkgaten zijn erg verraderlijk. Bij de dakopbouw op afbeelding 2 trad regelmatig lekkage op. De oorzaak ligt in de open verzinkgaten die zichtbaar werden toen de balk uit de steunvoet werd gehaald (afbeelding 12). Deze gaten moeten altijd worden afgedicht met kit of tape (afbeelding 13). Op afbeelding 14 zien we een steunvoet met daarop de opbouw gemonteerd. Het water komt via de zichtbare montagegaten tussen opbouw en steunvoet, en loopt via de verzinkgaten in de steunvoet – zie afbeelding 15 – en onder de dakbedekking. Een goed ontwerp en juiste controle tijdens de uitvoering hadden dit kunnen voorkomen.
Ing. G. H. (Henk) Wegkamp